Voor het artikel van deze week spraken we met Willem Groenevelt*, interim directeur/bestuurder. Al halverwege de basismodule Op weg naar Nieuw Toezicht constateerde hij: ‘Ik wilde dat ik dit veel eerder had gedaan. Eigenlijk zou iedere bestuurder deze training moeten volgen. Het geeft niet alleen meer zicht op de eigen taak, maar ook op de samenwerking met de RvT.’
Verdieping en verbreding
Naast het inhoudelijke aspect benadrukt de reactie van Willem Groenevelt ook de gezamenlijke inspanning die nodig is van bestuurder én toezichthouder om te komen tot goed toezicht. Hij leerde tijdens de module het gedachtengoed van toezicht nieuwe stijl goed kennen en koppelde het aan zijn ervaring als bestuurder.
Gemeenschappelijke basis
Willem Groenevelt geeft drie redenen waarom meer kennis over nieuw toezicht ook voor ‘de andere kant van de tafel’ zinvol is. Aan de basis daarvan ligt het belang van een gedeeld referentiekader. ‘Het gedachtegoed kennen van nieuw toezicht en meer weten over de toezichthouder nieuwe stijl geeft inzicht in de toepassing van de rollen, verantwoordelijkheden en valkuilen van zowel de toezichthouder als de bestuurder. En juist omdat nieuw toezicht verder gaat dan de beoordeling van de jaarrekening en het jaarplan, ligt de valkuil op de loer dat de RvT op de stoel van de bestuurder gaat zitten. Kort gezegd, basis voor de samenwerking is dat de RvT zich in een brede discussie vooral behoort te richten op het ‘wat’ en niet op het ‘hoe’.
1. Als nieuwe bestuurder kom je beter beslagen ten ijs
Als bestuurder zonder ervaring met een RvT/RvC ben je beter voorbereid op je rol in de samenwerking met toezichthouders, als je ruwweg weet wat ieders taken en verantwoordelijkheden zijn. Willem Groenevelt: ‘Zeker als je te maken krijgt met een RvT die al snel stevig ergens iets van vindt, loop je de kans antwoorden of oplossingen te krijgen waar je niet op zit te wachten.
Als je nog onvoldoende gepokt en gemazeld bent, laat je dat over je heenkomen. Je hebt dan de kennis nog niet om met een kritische blik de rol van de RvT te kunnen spiegelen. Meer kennis vooraf leidt er dan toe dat je beter voorbereid bent zonder dat je nog veel ervaring hoeft te hebben. Dat komt het toezicht ten goede.’
2. Meer steun in moeilijke periodes
Nieuw toezicht vraagt ook van de bestuurder een open houding. In de samenwerking met een RvT die uit betrokken toezichthouders bestaat met een brede blik, ontstaat dan gemakkelijker een ‘wij-gevoel’. Willem Groenevelt: ‘Wederzijds vertrouwen en een goede verstandhouding maken open discussies mogelijk. Dat biedt een solide basis voor periodes waarin het wat minder gaat met de organisatie.
De kans is groot dat de klankbordfunctie ook dan goed blijft werken en dan geeft nieuw toezicht je meer ideeën dan in de tijd waarin alleen de jaarrekeningen en de managementinformatie van belang waren. En uiteraard is dat voor de organisatie, het toezicht en de onderlinge relatie veel beter dan een situatie waarin de spanningen oplopen en je als bestuurder vanuit de RvT allemaal adviezen krijgt waar je niet op zit te wachten.’
3. Kansen voor organisaties in ontwikkeling
Organisaties staan voor grote veranderopgaven. Willem Groenevelt: ‘Het mooiste is dat bestuurders en RvT’s daarin samen oplopen. Niet alle RvT’s zijn echter nog zo ver. Dat biedt voor bestuurders kansen om het gesprek aan te gaan met de RvT over hoe die zijn rol ziet in de (nabije) toekomst.
Ik heb gemerkt dat toezichthouders wel degelijk open staan voor zo’n gesprek. Het zijn tenslotte ook gewoon mensen die het goed willen doen, en mede daarom zijn ze vaak prima in staat tot zelfreflectie.’
Nadere informatie over ‘Op weg naar Nieuw Toezicht’ vind je bij onze diensten, evenals data en locaties. Je kunt je ook meteen inschrijven.
Heb je vragen, stel ze gerust en neem contact op
met Caroline Wijntjes.
* Willem Groenevelt is interim directeur/bestuurder