Je balans vinden in ‘nabijheid en afstand houden’ als toezichthouder

gastblogger-daphneDaphne Evers is gastblogger van De Erkende Toezichthouder en vertelt in deze reeks verhalen over haar belevenissen op haar leerwerkplek. Zij was trainee in de RvT van SMO Helmond.

Wat toezichthouders lastig vinden is het juiste evenwicht vinden tussen dicht op de bestuurder kruipen of afstand te houden. Enerzijds wil je als toezichthouder dichtbij de keuzes van de organisatie betrokken zijn, zeker als het spannend wordt. Terwijl je tegelijkertijd een bepaalde afstand wilt houden om zaken te doorgronden die je niet ziet, als je er tussenin staat. Dat kan lastig zijn en even zoeken. Gelukkig heeft Daphne tijdens de opleiding van De Erkende Toezichthouder geleerd hoe zij als toezichthouder vaardigheden zodanig kan inzetten, om daar op een professionele manier haar weg in te vinden.  

Een kwestie van aanvoelen

“In mijn rol als trainee-toezichthouder maakt het niet uit hoeveel passie je ergens voor hebt, je moet juist dan op je handen blijven zitten. Dat is even wennen voor iemand zoals ik! Het liefst steek ik de handen uit de mouwen, zeker wanneer het een onderwerp betreft dat mij persoonlijk aan het hart gaat. Dan kan ik in mijn enthousiasme soms een stapje te ver gaan, en vergeet ik wat mijn rol als toezichthouder is. Hoe ik daarmee omga? Ik heb geleerd dat het een kwestie van aanvoelen is, in combinatie met goede coaching van collega toezichthouders.

Vraag jezelf ook altijd af op wie het strategisch beleid de meeste impact gaat hebben

Als het gaat over de uitvoering, dan is het aan de bestuurder en blijf je netjes op je handen zitten. Gaat het over strategisch beleid en vooral de wijzigingen daarin, dan mag je van je handen af en daar als toezichthouder wél iets van vinden. Het is dus belangrijk jezelf altijd af te vragen: waar schuurt het? Raakt dat het strategisch beleid? En vraag jezelf ook altijd af op wie het strategisch beleid de meeste impact gaat hebben, op de bestuurder, de organisatie of op de cliënt?”   

Waarom niet uitvoeren?

Het is de (wettelijke) verantwoordelijkheid in de rol van de toezichthouder om niet uit te voeren, maar dat aan de bestuurder over te laten. Ga je wél die grens over, en doe je dat vaker, dan betekent dat je meer verantwoordelijkheid naar je toetrekt dan gewenst is. En mocht het met een organisatie misgaan, dan ben je niet alleen voor de wet aansprakelijk voor je rol als toezichthouder, maar ook voor de rol van bestuurder. En meer aansprakelijkheid: dat wil je liever niet!

Je enthousiasme inzetten

“Als toezichthouder kun je je enthousiasme overigens wel goed inzetten in je rol als sparringpartner. Als sparringpartner mag je best wat meer gas geven wanneer het onderwerp dichtbij je staat. Maar dan is het wel belangrijk dat op een gelijkwaardige manier te doen. Sparren is niet hetzelfde als meehelpen! Uiteindelijk ontstaat er synergie wanneer de bestuurder actie onderneemt naar aanleiding van het sparren met de RvT. En bovendien mag je bij toezicht houden nieuwe stijl ook best aangeven dat je het moeilijk vindt om soms op je handen te blijven zitten. Zulke dingen maak je bespreekbaar in de RvT, waar je open en transparant met elkaar communiceert.”

Verdieping zoeken   

“Aan de andere kant kan het ook voorkomen, dat je vanuit je betrokkenheid ergens buikpijn van krijgt. Dan is het belangrijk de juiste vragen te stellen en de verdieping op te zoeken. Dat heb ik gedaan toen de organisatie een pilot met zorgrobots wilde starten. Vanuit mijn hoofdfunctie als (zorg)innovatiemanager heb ik daar ervaring mee, en kon ik duidelijk aangeven met welke punten ze rekening moesten houden om de pilot succesvol in te zetten. In dit geval kon ik goed de balans bewaren tussen betrokkenheid en afstand.  

Misschien dat ik af en toe één hand een beetje los mag laten van mezelf, maar twee is echt te veel!

Conclusie? Ik ken mezelf: in mijn rol als toezichthouder ga ik vast nog wel eens van die handen af. Maar goed, uiteindelijk is het mijn enthousiasme en gedrevenheid waardoor ik soms iets te dichtbij kom. Na de leerzame periode van mijn traineeship ben ik me meer bewust van de balans tussen nabijheid en distantie. Dus misschien dat ik af en toe één hand een beetje los mag laten van mezelf, maar twee is echt te veel!” 

Wil je meer informatie over de module ‘Het verschil maken in de RvT’, waarin we de verschillende vaardigheden trainen en je een jaar lang in een RvT werkzaam bent? Lees dan over onze Opleiding Superbvisors | voor professionals tot 40 jaar, of neem contact op met Caroline Wijntjes.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *