… en de begroting geen deel meer uitmaakt van de organisatie
Toezicht op kernwaarden
Bestuur én RvT van de JP van den Bent stichting staan bekend als zeer vernieuwend. Reden om René Hoff als voorzitter van de RvT te vragen naar het gedachtegoed dat hieraan ten grondslag ligt. We gaan in op de vernieuwende aspecten in de praktijk van het toezicht houden bij deze organisatie, die ondersteuning biedt aan mensen met een beperking.
René Hoff stelt dat goed toezicht altijd begint met de persoonlijke betrokkenheid bij een bepaalde sector en de doelgroepen daarvan. Bij hem zijn dat van oudsher de zorg en de volkshuisvesting, ‘mensensectoren’ bij uitstek. Die betrokkenheid heeft vervolgens een directe relatie met de kernwaarden van de organisatie waar je toezicht houdt. Als jouw waarden niet overeenkomen met deze kernwaarden, is goed toezicht houden per definitie niet mogelijk.
Neem de kernwaarde ‘vertrouwen’, die onderdeel is van het menselijk gedrag. Bij een organisatie met deze kernwaarde moet de mens (medewerker en cliënt) in je toezicht wel centraal staan! In het klassieke toezicht zal daar niet snel op worden getoetst. Het is veel gemakkelijker om te werken op basis van een begroting vooraf en een jaarrekening achteraf. Dat zijn meetbare variabelen. Bij vertrouwen is dat wel een stuk lastiger…
Geen begroting in de Raad van Toezicht
Moet je die begroting dan maar aan de kant leggen? René Hoff: ‘de JP van den Bent stichting maakt sinds een aantal jaren geen begroting meer. Dat wil niet zeggen dat wij het als RvT niet meer hebben over geld. Integendeel. Wij zorgen ervoor dat we altijd voldoende financieel inzicht hebben. We bespreken kwartaalrapportages, ons lid met de portefeuille financiën heeft regelmatig contact met de accountant en met de financiële mensen van de organisatie. Zo is de accountant ook aanwezig bij onze vergadering waarin we de jaarrekening bespreken.’
Als toezicht op gedrag de leidraad is
Ook bij René Hoff komen de vraagtekens over het toezicht op vertrouwen ter ore, én de uitvlucht dat dit moeilijk te toetsen is, maar zelf ervaart hij dat anders. Hoff: ‘Vertrouwen begint met het zelf te geven, er zelf naar te handelen. Als bestuurder en ook als RvT. Bij de JP zijn nieuwe medewerkers regelmatig verbaasd over de benaderbaarheid en de toegankelijkheid van de leidinggevenden en over het vertrouwen dat ze direct van hem of haar krijgen. Ze zijn dat niet gewend, maar het werkt wel degelijk. Wij toetsen dat in de vergadering bijvoorbeeld aan de hand van ziekteverzuim en medewerkerstevredenheidsenquêtes, allebei graadmeters arbeidsmotivatie. Maar ook in het contact met medewerkers en cliënten. Vertrouwen gaat immers samen met goed luisteren naar elkaar en proberen elkaar te begrijpen. Dat is niet alleen de cultuur van de organisatie, maar ook de manier waarop wij als RvT werken.’
Teamwork
Als vernieuwende toezichthouder ben je onderdeel van de organisatie. Niet zozeer formeel, maar informeel. Je staat niet, zoals bij toezicht klassieke stijl, als een soort superbestuurder bovenin de hiërarchie van de organisatie en deelt van daaruit de besluiten van de RvT mee aan de bestuurder. Bij de JP staat de RvT juist aan de andere kant van het spectrum, en is er niets geheim voor de bestuurder. Bij het nieuwe toezicht is er sprake van een dialoog. Hoff: ‘Samen met de bestuurder en met de stafmedewerkers ben je een team van professionals, die allemaal dezelfde betrokkenheid en hetzelfde doel hebben. En daar hoort alles bij wat in een goed team belangrijk is. Openheid, transparantie, respect voor ieders rol, je niet voorstaan op status, alles tegen elkaar kunnen zeggen wat relevant is. Bij ons is er echt sprake van gelijkwaardigheid en samenwerking.
Gaat het bijvoorbeeld op een locatie niet goed, dan zien we wel de rode cijfers, maar bespreken we als RvT welk gedrag en onderliggende waarden daaraan ten grondslag liggen en hoe we dát kunnen verbeteren, en niet de cijfers.’
Cliënten zelf spreken
Als toezichthouder nieuwe stijl ben je dus onderdeel van de organisatie. Dat betekent ook dat je erop uitgaat. Hoff: ‘Een aantal jaar geleden werd je als RvT bij een werkbezoek bij wijze van spreken nog onthaald met de rode loper en slingers. Dat doen wij tegenwoordig heel anders. Individueel of in kleine groepjes plannen we onze werkbezoeken zelf. Wij komen langs om bij medewerkers zelf te horen, te zien en te voelen wat er gaande is en hoe het in de praktijk gaat. Ook gesprekken met cliëntenraad en ondernemingsraad horen daarbij.’
Die verbinding met de praktijk is voor René Hoff precies waar het om draait. Het relativeert voor hem ook het belang van het werk van een RvT. Het gaat tenslotte om de medewerker in het contact met de cliënt. Als RvT dien je er dan ook voor te zorgen dat de onderwerpen die je bespreekt, meerwaarde hebben voor de medewerkers en de cliënten van de organisatie waar je toezicht houdt. En de beste manier om daar achter te komen is ze zelf te spreken!
Wil je René Hoff zelf ontmoeten en spreken? Dat kan!
Kom naar onze Broedplaats Vernieuwing in Toezicht op 1 februari in Zwolle.
René Hoff realiseert zich dat vertrouwen een kernwaarde is waaraan je kan en moet werken. En hij geeft, zoals uit zijn verhaal blijkt het goede voorbeeld ! Uit onze praktijk blijkt dat voor veel toezichthouders en bestuurders taaie kost is. Hopelijk werkt zijn verhaal aanstekelijk!
Interessant! Past bij voorstellen en experimenten van Code Oranje.
Wat bijzonder om te lezen! Zo doen we het bij Stichting ORION VG ook:-)
Mooi voorbeeld van vertrouwen is bij onze lokale Rabobank Bommelerwaard, dat we als ledenraad een paar keer per jaar informeel overleg hebben met de RvC. Zeker ook nuttig nu in de nieuwe situatie de voorzitter RvC de vertegenwoordiger is van de lokale ledenraad in de algemene ledenraad van de Rabobank.
Door mijn achtergrond van opleiden van commissarissen, had ik meer behoefte aan verdieping in de dialoog mbt de veranderende governance structuur. Daar kwamen we in de reguliere ledenraadsvergaderingen, door de veelheid van onderwerpen, onvoldoende aan toe. Zowel RvC als directie stonden hier voor open en faciliteren dit prima.